De drie beertjes

Hieke van der Werff



                    Kinderboeken en voorleestips


Activiteiten bij De drie beertjes

Han G. Hoekstra/ F. Royankovsky, Uitgever Rubinstein


Inhoud: Er waren eens drie beertjes - een grote dikke Papa beer, een Mama beer die niet groot was en niet kleine maar zo net er tussen in, en een klein babybeertje. En er was een klein meisje, dat Goudhaartje heette. Op een dag staan de beren voor een groot raadsel. Wie heeft er op hun stoel gezeten? Wie heeft er van hun pap geproefd? En wie ligt daar in het bedje van het babybeertje?

Recensie: Terwijl drie beren aan het wandelen zijn, krijgen ze in hun huis bezoek van Goudhaartje. Ze gaat op een stoel zitten, eet van de pap en gaat naar bed. Daar vinden de beren haar. In duidelijke druk en eenvoudig taalgebruik sluit de tekst goed aan bij de tekeningen. De herhalingen in de tekst zullen vooral kleuters aanspreken. Kleurige tekeningen vullen driekwart van elke bladzijde. Ze zijn detaillistisch, maar niet pietepeuterig. Wel zijn de gezichtsuitdrukkingen erg vlak en verschrikt. Voorlezen voor kleuters; iets gevorderde lezers van ca. 7 jaar kunnen het zelf lezen. (NBD Biblion)


Drama: Laat vier kinderen een deel van het verhaal naspelen. Richt een deel van de ruimte in met een tafel met drie kommetjes, een deel met drie stoeltjes en een deel met drie zogenaamde bedjes. Het leukst is natuurlijk de kommetjes en stoeltjes in verschillende groottes te hebben/maken. Laat Goudhaartje het huis binnenkomen, van de pap proeven, op de stoelen zitten en daarna in een bedje gaan liggen. Vervolgens komen de beren thuis en spelen het vervolg van het verhaal. Aan het eind holt Goudhaartje weg. Laat een volgende keer vier kinderen bedenken hoe ze het verhaal anders kunnen laten aflopen. Wat gebeurt er?

Richt een hoek als berenhuisje in en laat de kinderen daar de hele week (het verhaal of iets anders) spelen.


Taal: praten/woordkennis. Vraag de kinderen die een knuffelbeer hebben deze op een bepaalde dag mee te nemen. Laat ze erover vertellen. Laat steeds drie kinderen met hun beer naar voren komen. Vraag hen (of de anderen) welke van de drie er tussenin zit qua grootte, dikte, kleur..


Beeldend: Laat de kinderen drie beren, drie kommetjes of drie stoelen tekenen, waarvan er één de kleinste is, één de grootste en één er tussenin. Als ze de beren of voorwerpen inkleuren, vraag of ze die ook het lichtst, het donkerst en ertussenin kunnen kleuren.


Muziek: Zing een liedje over beren. Op youtube staan leuke meezingers van bijv. Ik zag twee beren…


Spelletjes: 1.Een wandeling in het bos: drie kinderen spelen de wandelende beren. Zij lopen rond in de ruimte. U roept wie ze tegenkomen en alle andere kinderen beelden dat uit. De drie beren tikken ieder zo’n dier of mens aan. Deze drie zijn vervolgens de beren. Bijvoorbeeld: giraffen, olifanten, boswachters, vogels, slangen, kabouters, ..

2. U laat twee kinderen van verschillende lengtes voor de groep komen staan. U vraagt aan de andere kinderen wie er qua lengte meent tussen te passen. U laat een kind dat de vinger opstak naar voren komen en kijkt of het klopt.


Verder (over beren) lezen?: Wat nu Olivier; Welterusten kleine beer; Benno en het berekind. We gaan op berenjacht.