Kayo en haar kleine zusje

Hieke van der Werff



                    Kinderboeken en voorleestips

Kayo en haar kleine zusje, Yoriko Tsutsui & Akiko Hayashi, Uitgeverij Clavis


Inhoud Moeder moet even weg en daarom gaat Kayo op haar kleine zusje Miu passen. Miu slaapt, dus er kan niets misgaan. Moeder is net vertrokken als Miu wakker wordt. Het kleine meisje gaat samen met haar grote zus buiten spelen. En dan loopt er iets vreselijk fout... Of toch niet?


Recensie

Kayo, ongeveer 5 jaar oud, moet van haar moeder op haar zusje Miu passen. Het meisje loopt echter in een onbewaakt moment weg. Van oorsprong Japans prentenboek in oblong formaat dat eerder is uitgegeven als 'Miki, waar ben je?' (1981). Hoewel het hier om een beangstigende situatie gaat, wordt het verhaal nergens te zwaar verteld. De korte, maar krachtige tekst sluit aan bij de illustraties en geeft daarnaast extra informatie over gevoelens en reacties (zich groot voelen, bonzend hart, adem inhouden, zuchten van opluchting). Als lezer kijk je op dezelfde hoogte mee als Kayo, met uitzondering van één pagina, waar het vogelvluchtperspectief zicht over de omgeving biedt, dat Kayo niet heeft. Zo lijkt het alsof je meezoekt naar Miu en word je nog sterker bij het verhaal betrokken. De tekenstijl is ouderwets, maar ook de omgeving van het kind oogt kaal en ongezellig door de overwegend bruin-groene achtergronden. Het verhaal krijgt echter veel warmte door de betrokken en liefdevolle houding van Kayo naar haar kleine zusje. Vanaf ca. 4 jaar. (NBD, Annelies Vossen)

Dit formaat boek is zeer geschikt om aan groepen kinderen voor te lezen.


Activiteiten

Taal Woordenschat: Geef zo nodig aandacht aan: oppassen; spoorweg; krijt; tunnel; hoofdstraat; paniek; aangereden; opluchting; je vergissen; iemand herkennen.

Vragen: Dit verhaal leent zich goed om over emoties te praten en over herkenning van iets of iemand kwijt zijn. (‘Was je ook wel eens… kwijt? Wat voelde je? Wat dacht je? Wat deed je? Hoe ging het verder?’ Laat de kinderen elkaar aan oplossingen in zo’n situatie helpen.


Drama

1.In het speellokaal of thuis: Ga met zijn allen tegelijk het verhaal met bijbehorende emoties na-spelen: ‘We zijn  Kayo en zijn op straat aan het tekenen. We horen ons zusje huilen en halen haar op. We tekenen verder en ontdekken dat Miu verdwenen is. We schrikken, zijn bang en ongerust, enz.  t/m we zien haar in de zandbak! Wat zijn we opgelucht en blij!

2. Verdeel de kinderen in groepjes van drie. Geef een paar groepjes de opdracht een toneelstukje te bedenken met één kind dat vader of moeder kwijt is. Een paar groepjes met één kind dat zijn kleine zusje kwijt is; en een paar groepjes met één kind dat zijn knuffel kwijt is. Laat ze met zijn drietjes bedenken wat er gebeurt, wat voelt het kind, wie zijn de anderen en hoe loopt het af? Laat een paar groepjes het voor  de andere opvoeren.


Beeldend

Laat de kinderen op het plein een lange spoorlijn met station tekenen.


Spel  Herken je je klasgenootje?

Laat de kinderen in twee rijen tegenover elkaar met de ruggen naar elkaar toestaan. Noem de naam van een kind van de ene rij en vraag of ze … (kind van de andere rij van achteren) herkent. Het eerstgenoemde kind draait zich om en raadt wie het genoemde kind is. (Wijst of loopt ernaartoe). Is het juist?

Je kunt het later moeilijker maken door te vragen of de kinderen hun haar anders willen doen of een jas van een ander aan willen trekken.


Versje:   Kwijt!  (eventueel als kringspel uitspelen met één kind en één ouder)

Tekst © Hieke van der Werff


Ik ging naar de winkel

om ijsjes te kopen

samen met mijn mama,

’t was een heel eind lopen.

Ineens schrok ik me 'n hoedje

wat een grote pech

hoe goed ik ook keek,

mijn mama was weg!


Mama, mama,

Kom toch terug!

Ik wil je niet missen,

Kom nou vlug.