Stop, ik heb mijn helm nog niet op!

Hieke van der Werff



                    Kinderboeken en voorleestips

Activiteiten bij Stop! Ik heb mijn helm nog niet op!

Thema’s: vervoermiddelen, veilig verkeer, hallo wereld!


Taal  Woordenschat: besteed zo nodig aandacht aan onbekende woorden.

Vragen: Waarom doen Hap en Hodde een helm op bij het fietsen en skateboarden? Doe jij dat ook wel eens? Waarom wel/niet? Waarom biedt Timmer de motor met zijspan aan? Waarom remt Hodde Hop niet? Wat gebeurt er allemaal? Wat had er kunnen gebeuren? Weet jij hoe een motor kan remmen? (opzoeken op internet) Loopt het verhaal goed af? Wat is muis Maan op het dak aan het maken? (raket)

(Hallo Wereld): Hap en Hodde Hop gaan ver weg met de motor. Ben jij ook wel eens ver weg geweest? Waarheen? En hoe? Met welke vervoermiddelen kun je allemaal ver weg? - Als je heel ver weg gaat, wat is er dan allemaal anders? (weer/klimaat; huizen/natuur; taal; voeding; gewoonten;….)

Zie onderaan mogelijkheden met Jas die verrast en vingerpoppetjes Hap en Hodde Hop.


Drama: Op wereldreis: U kunt vooraf eerst praten over ‘ver weg’. Waar zijn de kinderen geweest? Hoe zag het er daar uit? Wat was daar anders dan hier? En waar zouden ze wel eens naartoe willen?

1.Laat de kinderen in tweetallen naast elkaar zitten. Het linker kind is de bestuurder (stoeltje ondersteboven voor zich), het rechter kind zit in het zijspan (lager, op de grond). Het linker kind mag nu steeds vertellen hoe ze reizen, wat ze zien, wat er gebeurt, enz. Het kind ernaast volgt in beweging en uitroepen. Na een paar minuten draaien ze de rollen om. Of: 2. Laat één kind de chauffeur zijn. De anderen zitten erachter/naast in een héééél groot zijspan. De chauffeur vertelt waar ze heen rijden, wat ze zien, enz. Na een paar minuten mag een volgend kind zeggen in welk voertuig ze nu met zijn allen zitten en waar ze naartoe gaan.


Muziek/bewegen:

Zing Een Nederlandse Amerikaan (kies 2 of 3 leuke coupletjes uit) en doe de gebaren erbij.


Spel/Taal: Ver weg = andere taal spreken. Laat een aantal kinderen hallo in een andere taal zeggen. Kies vier talen uit en verdeel het speellokaal in vier vakken. Spreek af welk vak, welk land is. Laat de kinderen door elkaar door de hele ruimte lopen. Zodra ze bijv. Spanje binnenkomen, zeggen ze tegen kinderen die ze ontmoeten ‘Hola!’

Verjaardagsspel/thuis: U heeft een helm (of anders een pet/hoed), een das, twee handschoenen + een plak koek met mes en vork. De kinderen zitten om tafel en gooien om de beurt met een dobbelsteen. Wie 6 gooit moet helm op, handschoenen aan en das om doen en mag daarna met mes en vork plak koek opeten. Maar.. zodra een ander 6 gooit, roept dat kind: Stop! Ik heb de helm nog niet op! Het eerste kind moet alles snel afdoen, en het tweede kind mag kijken of het zo ver komt dat het van de koek kan gaan smullen! Ondertussen gooien de anderen weer verder…


Knutselen:

Maak een wegennet met zijn allen en leg het in de bouwhoek. Breid het uit met bergen, een zee, net wat u heeft of kunt bedenken (tekeningen/foto’s/materialen). De kinderen kunnen met autootjes in hun spel op die manier de wereld in! Zie voor ‘straten maken’ of ‘verkeersborden maken’:.


Met de jas die verrast:

Één van de kinderen krijgt de jas aan, met of voor- of achterkant voor op de buik.

Bij de voorkant:

Drama: Stop in de jas de vingerpoppetjes varken Hap en haasje Hodde Hop.

Het kind mag als haasje Hodde De wereldreis leiden (op zijn wijsvinger doen). Het kind kiest wie Hap op zijn vinger mag zetten. Deze komt naast hem zitten en de rest van de groep achter hem. Vervolgens start de reis.

(Op wereldreis 2.: zie boven)


Natuur/gewoonten: Verteltafel: Leg de Jas (links) op de verteltafel neer. In het huis zitten Hap en Hodde Hop. Een kind kan de twee dieren/vingerpoppetjes pakken en vervolgens spelen dat ze op reis gaan. Zorg steeds dat ook op de verteltafel (rechts) een nieuw land te ontdekken valt waar ze naartoe kunnen. U kunt ook kinderen vragen een dag een land te verzorgen, bijv. foto’s, voorwerpen, hapje (bijv. alles Turks).


Bij de achterkant:

Spel/uitbeelden/bewegen. Stop een toverstaf in het lange vak en kaartjes/foto’s van allerlei vervoermiddelen in de schatkist. Het kind dat de jas aanheeft, mag 1. eerst de kinderen één voor één omtoveren tot chauffeur/berijder van een vervoermiddel. Als alle kinderen zgn een vervoermiddel hebben, mogen ze in de ruimte rond gaan ‘rijden’, maar… zonder te botsen. Wie botst, moet gaan zitten. Toverstaf omhoog = allemaal stoppen; omlaag = verder rijden 2. Geheugenspel met aantal kaartjes. Eerst aantal vervoermiddelen benoemen, dan eentje in de Jas verstoppen.