Kinderboeken en voorleestips
Joupy de kleine zeehond, Monica Maas; Uitgeverij De Vier Windstreken
Thema’s: zee, verdwalen, mama
Inhoud: Joupy, een jonge zeehond leeft samen met zijn moeder op een zandbank. Hij leert zwemmen en gaat op een dag ongemerkt alleen de zee in. Hij ziet daar een platvis, zeesterren, kwallen en een bal. Een paar vriendjes komen met hem spelen. Ongemerkt gaan ze te ver en Joupy merkt bij het donker worden dat hij niet meer weet waar zijn moeder is… Gelukkig vindt zijn moeder hem en komen ze allemaal weer veilig op de zandbank.
Het is een mooi - bijna vierkant - prentenboekje met leuke, sfeervolle aquarelillustraties. Joupy ziet er vertederend uit. Op de tekeningen zijn woorden als platvis, kwal, zeester, vuurtoren en bobberen aan te wijzen. Er staan slechts een paar regels tekst per pagina waardoor het zeer geschikt voor driejarigen is. Het is een vlot, eenvoudig verhaal met de boodschap aan kinderen om niet bij je moeder weg te gaan zonder te zeggen waar je heen gaat.
Achter in het boekje staat een bladzijde vol met informatie over de leefwijze van zeehonden.
Taal: Wie van de kinderen kan het ‘bobberen’ voordoen?
Vragen over herkenning: ook wel eens je moeder of vader kwijt geweest? Verdwaald? Wat kun je doen?
Alle vissen zwemmen! Noem steeds een dier. Wanneer het kan zwemmen, maken de kinderen een zwembeweging met de armen. Wanneer het dier niet kan zwemmen, blijven ze stil zitten. Alle: inktvissen, spinnen, schollen, karpers, haaien, kangoeroes, goudhaantjes, goudvissen, krabben, walrussen, Russen (eh..), …. Welke zwemmers kennen de kinderen nog zelf?
Iets moeilijker? Ook vogels noemen: de kinderen moeten dan een vliegbeweging maken.
Spel: 1. In een kring gaan staan en een zachte bal naar elkaar overgooien. Eerst de bal vangen. Daarna: Wie kan er koppen? Gooi eventueel steeds zelf de bal naar een kind.
2. Zeehonden zie je vaak afgebeeld met een bal op hun neus. Wie van de kinderen kan een voorwerp op zijn hoofd laten liggen, terwijl hij loopt?
Versje: Kwijt! Tekst © Hieke van der Werff
Ik ging naar de strandtent Ik ging naar de winkel/…
om ijsjes te kopen om …. te kopen. .
samen met papa, samen met mijn mama,
’t was een heel eind lopen. ’t was een heel eind lopen.
Ineens schrok ik me 'n hoedje Ineens schok ik me 'n hoedje,
wat een grote pech, wat een grote pech,
hoe goed ik ook keek, hoe goed ik ook keek,
mijn papa was weg! mijn mama was weg!
Papa, papa, Mama, mama,
Kom toch terug! Kom toch terug!
Ik wil je niet missen, Ik wil je niet missen,
Kom nou vlug. Kom nou vlug.
Nu:
Joup ging van de zandbank
naar zee om te spelen
Hij zei niets tegen mam
en zou zich niet vervelen.
Ineens schrok hij zich een hoedje,
wat een grote pech!
Hoe goed hij ook keek,
mama was weg.
Mama, mama,
Kom toch terug!
Ik wil je niet missen,
Kom nou vlug!
Liedje: Ik ben een zeehond; met zang en geluiden.
Beeldend: Kleuren en tekenen: op internet zijn tal van kleurplaten van zeehondjes te vinden! Kunnen de kinderen er zelf een bal, een zeester en een kwal bij tekenen?
Verder lezen: Het mooiste visje van de zee, uitgever De Vier Windstreken
Verteltafel: laat je inspireren door deze verteltafels en maak zelf een zandbank, zee en Joupy erbij!