Hieke van der Werff

Vrolijk Kerstfeest, Paultje! Eve Tharlet en Brigitte Weninger

Uitgever De Vier Windstreken

Inhoud: 'De kerstman vindt het fijn als we met anderen delen,' heeft papa Konijn zijn kinderen verteld. Paultje volgt deze raad op en deelt de wintervoorraad van de konijnenfamilie met de hongerige dieren in het bos. Maar zijn ouders, broertjes en zusjes zijn niet zo blij met de halflege voorraadkamer... Geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar.

Taal: Vragen: Aan welke dieren gaf Paultje eten? Waarom deed hij dat?

Wat vind je ervan dat hij dat deed? Wat zeiden de anderen toen ze thuis kwamen? Wat brachten de andere dieren met Kerstfeest? Wat zeiden ze?

Geef jij ook wel eens eten aan dieren in de winter? Wat? En deel jij ook wel eens iets met iemand?

Drama: De kinderen spelen het verhaal. (Als ze te jong zijn, speel je met zijn allen konijn Paultje en vertel jij wat er steeds gebeurt.)

Eén kind speelt voor konijn Paultje. Hij heeft een voorraadkast met eten (blokken o.i.d.) Daarna komt een kind als vogeltje; vervolgens een hert, een konijn en een everzwijn. Paultje geeft hen steeds te eten. Vader en moeder komen thuis en reageren. Even later is het Kerst en komen de andere dieren langs. Zij hebben op hun beurt eten bij zich: besjes, korenaren, paddenstoelen en een appel.

Pantomime: In de speelruimte: U speelt zelf voor Paultje. Er komen nu heel veel verschillende dieren bij Paultje langs! Om de beurt mogen de kinderen een dier verzinnen en zonder geluid! uitbeelden. De anderen doen het kind na. Zodra u raadt welk dier het is, mag het volgende kind. Weet u het niet, wordt het kind dat het dier bedacht, Paultje en gaat op uw plek staan.

Beeldend: Maak met de kinderen lekkere, gezonde hapjes en laat ze die daarna eerlijk (in groepjes van vier?) verdelen! Zie Kersthapjes voor een kerstboom van pannenkoeken, kerstboomprikker, kerstboomsalade e.d. 

Muziek: Zing samen het liedje Piep, piep, piep, ik heb honger! (eind van digitaal prentenboek Een vreemd geluidje/ ook apart als filmpje op youtube).

Spel: De helft van de kinderen staat in een kring. Ze houden elkaars handen vast en staan zover van elkaar dat ze straks even een poortje kunnen maken. In de kring zit Paultje met 30 blokken. De andere helft van de kinderen gaat buiten de kring om rondlopen en zingt bovengenoemd liedje. De kinderen in de kring moeten allemaal tijdens de tweede zin ‘Piep piep piep, ik ruik kaas’ twee tellen hun handen omhoog doen zodat er even poortjes zijn. De kinderen buiten de kring proberen naar binnen te glippen. Wie het gelukt is, krijg een blok van Paul. Die legt het kind buiten de kring neer. Ze gaan opnieuw lopen en zingen. Na hoeveel keer zingen hebben ze alle blokken opgehaald?